Logboek 2009/2 (Çanakkale> Odessa>Kreta)
Ayíos Nikoláos (25)
Donderdag 26-11-2009
Een zonnige en sportieve dag. Het begint met om acht uur te zwemmen. In veel overwinterhavens in de Middellandse Zee organiseren de boaties een wekelijkse wandeltocht. Meestal doen de Britten dat, zo ook hier (op Malta deed Diana het trouwens). Het is je misschien nooit opgevallen maar veel zeilers - althans degenen die het volle jaar aan boord leven - hebben erg dunne benen. Spillebenen. Mannen én vrouwen. Ze zitten immers het grootste deel van hun tijd in de kuip. Is het niet om te sturen en de zeilen te trimmen dan is het wel om er in een haven of een ankerplaats te borrelen. Veel beweging krijgen ze niet. Vandaar die winterse Wanderlust, een patente methode om de hamstrings en de kuiten te sterken. Ans gaat niet mee. Zij bezit de mooiste en meest elegante kuiten die ik ken en ze wil het dek en de kuip schoonmaken en bovendien valt de tocht van vandaag in de categorie middelzwaar tot zwaar (goede redenen maar welke is de echte?).
Om half tien verzamelen zich een twintigtal mensen, boaties en mensen die in de stad wonen, zich bij steiger B. Met een vijftal auto´s rijden we omhoog via het dorp Kritsa naar het Plateau van Katharo op ruim 1100 meter. Het is de bedoeling dat we via een bergrug naar het Lassithi Plateau (± 800 meter) afdalen en dan door de kloof teruglopen, die dient voor de afwatering van het Katharo Plateau. Voor ons bezoek aan Holland schreef ik al over beide plateaus, toen we die een paar keer bezochten per scooter en auto. Kreta ontstond door opschuivend materiaal van een oeroude zeebodem, die honderden miljoenen jaar geleden werd opgestuwd als gevolg van de platentectoniek. De Afrikaanse plaat schoof onder de Euro-Aziatische plaat en stuwde het eiland omhoog. De kalksteen van de zeebodem - resultaat van eveneens honderden miljoenen jaren bezinking van schelpdiertjes - werd keihard door de wrijvingswarmte en versplinterde in de stenige rotsbodem van nu. Dat vertelt Tony Cross, geoloog en een van de organisatoren van de tocht. Door de opstuwing werd Kreta uitgerekt en op sommige plekken zakte de bodem honderen meters omlaag en vormde ondermeer de plateaus van Lassithi en Katharo.
Ik moet bekennen dat het me niet meeviel. Pff. De tocht over de eerste bergrug en de afdaling naar Lassithi gaat nog wel. De afdaling is over een steile helling met losse steenslag. Onderaan houden we een rustpauze bij een kapelletje (volgens de kaart de kapel van St. Pelaghia, whoever that might be). Aan een boom ervoor hangt een klok in de vorm van een geitenbel met een koord, waar sommigen natuurlijk even aan trekken. Gelukkig zachtjes, het zijn beschaafde mensen. Het geluid is welluidend. Onder de boom liggen eikeltjes maar de bladeren zijn volstrekt niet die van een eik zoals wij die kennen. Het lijken wel miniatuur hulstblaadjes. Later vind ik op Internet uit dat het een steeneik is, "een prachtige groenblijvende boom met hulstachtige blaadjes" We lopen langs een recent aangelegd spaarbekken met water naar de kloof die ons weer omhoog naar Katharo zal voeren. In de bedding houden we gelukkig een lunchpauze. Daar ben ik wel aan toe (2 foto´s hier). Daarna strompelen we verder over de stenige bedding tot we rechtsaf omhoog moeten. Liefst wel 300 meter langs een stenig geitenpaadje vol met struikelstenen. Ik doen mijn best en probeer gestaag en rustig te klimmen, via mijn neus te blijven ademen en goed op te letten waar ik mijn voet op zet. Soms moet ik me aan een rots vastgrijpen en soms grijp ik in midden in sterk ruikende geitenpoep. Het uitzicht terug in de kloof is spectaculair. Een een grote steenval loopt van de overkant recht naar beneden (foto hierboven en hier). Erosie. Wet van de zwaartekracht. Die het universum regeert. En waar ik tegenin worstel "met het snot voor de ogen" zoals mijn vroegere collega Bijker dat placht te zeggen (maar dat ging over fietsen, geloof ik, of over ziekenhuismanagement). Mijn zakdoek is een natte lap, mijn rug is nat van het zweten. Op zeker moment denk ik dat ik er ben, flauw zeg ik tegen de verzamelde Britten "Don´t tell me I am first" en zak tegen een rotsblok in elkaar. "No, you´re third", zeggen ze even flauw. De Engelse humor vind ik vandaag toch al helemaal niks. Er volgt nog zeker honderd meter te stijgen via een klein dal, zó mooi, zó eenzaam en groen, dat je er je definitieve huis zou willen bouwen. Om er lang te wonen en er door iedereen vergeten te sterven. Bovengekomen ben ik blij de auto´s te zien. De volgende tocht is gelukkig pas volgende week vrijdag. Minder zwaar dan middelzwaar.
Terug aan boord. Lord Byron murmelt zachtjes als de wasmachine loopt, vertelt Ans. Ik douche het zweet van mijn lijf en val op de kuipbank in slaap. Daarna werk ik de website bij. Dat duurt lang. Het WiFi draadloos netwerk van de haven is zo beroerd traag dat het uren duurt. We eten laat, het is dan al lang donker. Ik speel wat van de CD´s af van de zangeres Anouk, die ik uit Holland meenam. Ach, zo rauw en eerlijk en soms zo subtiel. Neem het me niet kwalijk maar ik val al jaren voor die stem. Sedert de song "Michel" van ik weet niet meer wanneer. Niemand, ook bijvoorbeeld Wende Snijders niet, brengt de indringende kreun van frustratie en verdriet van een geprangde en verloren ziel voort, zoals zij dat kan. Haar huidige laatste CD heet "For bitter or worse" Het titelnummer is het beste:
"What do you say when it´s all over?
Where do you go when love is gone?
Why do you say nothing at all?"
Helaas is de begeleiding veel te luid en te uitbundig. Zoveel geweld hebben het lied noch Anouk nodig.